Keynotes
Prof. dr. Catherine Snow (Harvard Graduate School of Education)
Keynote – The value of variation
The history of research on child language development started from a presupposition of universality – the presupposition that studying any child learning any language would reveal deep truths about the nature of language and the process of its development. Systematic work to study variation – how language acquisition differs, across languages but also across children within languages – countered simplistic universality, and ended up exposing the many ways in which the specifics of the linguistic puzzles to be solved and of the child’s social environment can influence the course of language development. The focus on variation also provides crucial clues about how best to support language development, providing guidance to early childhood educators while at the same time illuminating the learning processes that result in knowledge of a language.
Catherine Snow is een deskundige op het gebied van taalontwikkeling en geletterdheid bij kinderen. Ze onderzoekt hoe kinderen hun mondelinge taalvaardigheid ontwikkelen en hoe die vaardigheden samenhangen met hun latere lees- en schrijfprestaties. In haar onderzoek kijkt ze onder meer naar hoe early childhood education and care in Boston de ontwikkeling van jonge kinderen ondersteunt. Daarnaast werkt ze al jarenlang mee aan het Strategic Education Research Partnership (SERP) — een samenwerking tussen onderzoekers en scholen die leermaterialen ontwikkelt om leraren en pedagogisch professionals te helpen vernieuwende lesmethoden toe te passen.
Prof. dr. Paul Leseman (Universiteit Utrecht)
Afscheidsrede – Van spiegelneuron tot nabuurschap: het sociale brein, het pedagogische systeem en de maatschappelijk opbrengst
Paul Leseman is sinds mei 2025 emeritus hoogleraar orthopedagogiek – in het bijzonder onderwijsleerproblemen. Paul heeft een gewaardeerde loopbaan achter de rug aan verschillende universiteiten met bijzondere aandacht voor de vroege ontwikkeling, opvoeding en educatie van kinderen, gericht op taal en meertaligheid, rekenen, executieve functies, zelfregulatie en creativiteit. Zijn onderzoek is van grote invloed geweest op beleid en praktijk in voor- en vroegschoolse educatie en kinderopvang in Nederland en daarbuiten. De laatste jaren richt Paul zich vooral op vraagstukken rond organisatieprocessen, stelselontwerp en bestuur van voorzieningen voor opvang en onderwijs zowel in nationaal verband, in samenwerking met kinderopvanghouders, schoolbesturen en gemeenten, als in internationaal verband, voor de OESO en enkele Europese landen.